Rabbijn en predikant in gesprek over de komst van de Messias

Oorlogen op tal van plaatsen in de wereld, polarisatie in de samenleving, toenemend antisemitisme in binnen- en buitenland, ontwrichting van de democratie. Wie het nieuws volgt, kan makkelijk moedeloos worden: komt het ooit nog goed?  

Ook predikant Davy Hoolwerf en rabbijn Hans Groenewoudt worden regelmatig geplaagd door deze gedachten. “Het verwart en raakt ons: oorlog, geweld, ego’s, leugens. En wat we nu zien, zal niet zo snel veranderen”, verzucht Hoolwerf. “Dit is wat ik de oude wereld noem.” Onlangs preekte hij er nog over, vertelt hij aan de rabbijn. “Maar ondanks deze pessimistische kijk spreek ik ook over de hoop die gelovigen kunnen hebben op een nieuw begin dat God zal maken.” 

De komst van de Messias 

Rabbijn Hans Groenewoudt (verbonden aan de orthodox-joodse gemeente in Amstelveen) en predikant Davy Hoolwerf (verbonden aan de hervormde gemeente Ede en actief in de Protestantse Raad voor Kerk en Israël) praten met elkaar over de hoop die het geloof hun biedt, al lijkt die dikwijls verstopt achter donkere wolken.  

Groenewoudt sluit aan bij de boodschap van Hoolwerf. “De hoop van het Joodse volk is dat er een dag komt waarop de wereld zal erkennen dat wij gelijk hebben, en dat de Messias zal komen om de wereld te veranderen. Dan pas breekt de vrede aan.” Hoolwerf: “Ik geloof ook dat de komst van de Messias, in mijn visie Jezus, zal leiden tot de vestiging van het koninkrijk van God, waar vrede en gerechtigheid zullen heersen. Dan zal alles weer heel zijn.” Groenewoudt: “Ik heb geen specifiek beeld van wie de Messias is. Ik geloof dat de Messias nog moet komen en dat kan alles en iedereen zijn. Ik benadruk altijd dat er geen profetie is die iemand uitsluit, inclusief Jezus.” 

Soms kan het nogal abstract voelen, spreken over de komst van de Messias en zijn vrederijk. Dat ziet Groenewoudt ook. “Kijk, wij als joden geloven dus al best lang in de komst van de Messias. Wij zijn er al een paar duizend jaar mee bezig”, zegt hij met gevoel voor understatement. Hij wendt zich tot Hoolwerf: “En jullie ook al tweeduizend jaar. Als de Messias in ons leven onverhoopt niet komt, wat voor hoop heb je dan voor de komende vijf, tien of vijftien jaar?”  

Is de realiteit van de wereld niet moeilijk te verzoenen met de mooie beloftes en vergezichten van het geloof? Groenewoudt knikt: “We zien dat de leiders van de wereld met de gekste dingen bezig zijn. En dat is uiteindelijk toch, zonder dat je het begrijpt, Gods plan. Daar geloof ik tenminste wel in, hoe gek dat in onze ogen ook lijkt.” Hoolwerf: "Er is meer dan wat wij zien en kunnen bedenken." 

Groenewoudt legt uit dat hij gelooft dat God invloed uitoefent op de harten van leiders, zoals Poetin, Trump, Erdogan en Netanyahu, en dat deze leiders, ondanks hun eigen agenda's, een rol spelen in het grotere plan van God. “Dit idee biedt een zekere geruststelling. De wereld is niet volledig in handen van mensen, maar er is een hogere macht die de uiteindelijke uitkomst bepaalt.” 

Oude traditie 

Uit Groenewoudts verhaal blijkt dat voor hem het besef helpt onderdeel uit te maken van een groter geheel en een oude traditie. “We hebben in onze traditie een uitspraak van Maimonides (belangrijke middeleeuwse Joodse rabbijn en wijsgeer, red.) over het geloof in de komst van de Messias: ‘Ik geloof met een volledig geloof in het komen van de Messias en zelfs al zou hij uitblijven, dan zou ik er elke dag op wachten dat hij zou komen.’” Wat die uitspraak betekent? “Er is een melodie gecomponeerd op die tekst door iemand in de trein naar een concentratiekamp. Die melodie heeft wél overleefd.” Het is voor hem een krachtig beeld waar hij troost en hoop uit haalt. “Dit is wat ik daarmee bedoel: misschien maak je als individu de komst van de Messias en de daarbij horende verlossing niet mee, maar het volk en de traditie overleven wél. En dat geeft hoop en troost. Bij begrafenissen zeggen we ook altijd: hopelijk zul je opstaan bij de herleving van de doden op de dag van de komst van de Messias. De Messiasgedachte is een houvast in heel het leven.” 

Tegenstemmen 

Ook Hoolwerf haalt inspiratie uit teksten in de Bijbel waarin beloftes over de toekomst staan. Juist in moeilijke tijden geeft het hem grip. Hij vertelt dat niet zo lang geleden een geliefd familielid overleed. “’U zij de glorie, opgestane Heer’, zongen we toen bij het graf. Dat geeft hoop als we onze geliefden begraven, omdat we daarin zien dat Jezus ons al is voorgegaan.” Of neem ‘De Heer is mijn herder’. “Dat vind ik zo mooi in Psalm 23: tot in de schaduw van de dood, Hij is met je. En eens zul je alle goedheid van de Heer weer ontvangen. Dat soort teksten geeft mij troost en hoop voor de toekomst. 

Het kán goedkoop klinken, je kúnt je erachter verschuilen als je niet de erge dingen ook onder ogen ziet. Tegelijk zie ik ze ook als tegenstemmen in onze wereld. Dat merk ik ook bij wat ik hoor van mensen in de kerk: ‘Als ik die woorden kwijt zou zijn, dan ben ik alles kwijt. Dan heb ik niks. Dan valt zelfs de zin van leven weg.’ Dus het zijn ook woorden waar je je aan vast kunt klampen.” En dat is belangrijk, benadrukt Hoolwerf. “Geloven valt niet altijd mee, het kan met twijfel, met aanvechting gepaard gaan.”  

Toch is het voor hem uiteindelijk een bron van geluk en vrede. “Als je als gemeente ‘God, de Heer, regeert’ zingt, dan zing je gewoon tegen het nieuws van de dag in. Ja, misschien zie ik nu helemaal niks van Gods regering, tóch blijven wij dat als gemeenschap gewoon zingen. Daaruit spreekt ons vertrouwen.” 

Diepere betekenis 

Groenewoudt knikt instemmend: “Ik vind het mijn taak als rabbijn om mijn gemeente daarin te sturen. Zodat wij die teksten bewust uitspreken. Ik leg ook steeds uit hoe ze in onze situatie nog steeds geldig zijn.” Hij wijst er ook op dat het vieren van bijvoorbeeld de religieuze feesten daarbij een rol speelt. Neem Poerim, het feest waarbij de redding van het Joodse volk door Ester en Mordechai wordt gevierd. “Dan is het mijn taak om tegen de mensen te zeggen: ‘We vieren dat al zoveel honderden jaren, maar weet je ook waarom?’ De uitleg van de diepere betekenis, dat is mijn taak.”  

In het blijven vieren van de religieuze feesten en de gemeenschappelijke vieringen zit veel kracht, merken Groenewoudt en Hoolwerf. Het belang van de gelovige gemeenschap valt niet te onderschatten, stellen ze. Groenewoudt: “Samen zingen en vieren als een manier om hoop en vertrouwen te houden, zelfs in moeilijke tijden. Niet alleen bij ons is dat belangrijk, je ziet het in elke religie.” 

 lees verder
 
Ds. Fred Omvlee: “Gods Geest werkt ook nu, troostend en rustgevend” 

  • Werkt als geestelijk verzorger in verpleeghuis Oostergouw in Zaandam. Daarvoor was hij 22 jaar predikant bij de Koninklijke Marine en werkte hij vier jaar als predikant van de Protestantse Gemeente Monnickendam. 
  • Studeerde theologie aan de Vrije Universiteit (VU) in Amsterdam, met als specialisatie evangelistiek en missiologie. 
  • Voelt zich verwant aan de oecumenische en protestantse stroming binnen de kerk.  

Hoe ervaar je je roeping? 

“Roeping klinkt groot en zwaar, maar iedereen heeft een roeping om te werken en leven zoals God dat bedoeld heeft. Ik begon theologie zonder het plan predikant te worden. Tijdens mijn studie merkte ik dat mensen hun levensverhaal met mij deelden, en dat raakte me. Toen dacht ik: ‘Als dit het werk van een dominee is, wil ik dat ook.’ Eerst wilde ik alles volgens de regels doen, maar gaandeweg werd ik meer mezelf. In mijn werk voel ik me gedragen door Jezus: het is niet alleen ik, er is meer. Als ik in gesprek of gebed ga met iemand, of een dienst voorbereid of voorga, voel ik me omgeven door God.” 

Wat heb je nodig om met vrucht en vreugde te werken? 

“Ontspanning en relativering. Je kunt als dominee niet iedereen tevredenstellen en ook niet alles doen. Ik besteed tijd aan gezin, familie en vrienden. Daar ben ik gewoon Fred. En besef: God draagt de kerk, niet jij.” 

Hoe zorg je ervoor dat je niet opbrandt? 

“Sinds mijn studententijd heb ik op woensdagavond een eetclub met zes vrienden. We koken om de beurt thuis en gaan de zevende keer uit eten. Dat is een vast ankerpunt van ontspanning en plezier. Daarnaast zoek ik activiteiten waar ik van oplaad, zoals hardlopen, muziek en zingen.” 

Welk onderdeel van je werk doe je het liefst? 

“Een-op-eengesprekken: het levensverhaal van iemand horen, zorg voor de ziel bieden, vaak met gebed als afsluiting.” 

Welke (na)scholing heb je voor het laatst gevolgd? 

Bij de Marine volgde ik de cursus Zinvinding en levensvisie. Daarin leerde ik hoe ik mensen kan helpen hun identiteit en zingeving te verkennen, met oog voor hun eigen geloofsleven en ziel.” 

Zie je in je werk in de kerk dat Gods Geest aan het werk is? 

“Ik kom vaak in vergrijsde kerken waar vrijwilligers moe zijn. Geen groeiende kerken dus. Toch geloof ik dat Gods Geest ook nu werkt, troostend en rustgevend. Dat hoor ik terug in reacties op de Elvis-kerkdiensten die ik zo’n twintig keer per jaar leid. Daar vertel ik Elvis’ levensverhaal en sluit af met hoop: je valt nooit uit Gods hand. Ik sluit altijd af met het prachtige lied Amazing Grace. Veel bezoekers zijn mensen van buiten de kerk met levensvragen. Het is mooi om dan de genade van God te laten doorklinken. Ook bij de Top2000-kerkdiensten, die ik mede heb opgezet, klinkt die boodschap van genade steeds door.” 

Welke film, serie of boek raad je aan? 

As it is in heaven: een feelgood-film over gebrokenheid en herstel in een dorpsgemeenschap in Zweden. En de serie After Life van Ricky Gervais: een rauw verhaal van een man (Gervais zelf) die zijn vrouw verliest aan kanker. Zelf gelooft hij niet in God, maar hij komt in gesprek met zieke kinderen die hem vertellen dat zijn vrouw nu in de hemel is: een verrassend liefdevolle boodschap. Ook hier weer zie je genade op onverwachte plekken.” 

Is er een bijbeltekst die met je meegaat? 

“Matteüs 11:28-29: “Kom naar mij, jullie die vermoeid zijn en onder lasten gebukt gaan, dan zal ik jullie rust geven. Neem mijn juk op je en leer van mij, want ik ben zachtmoedig en nederig van hart.” Deze tekst herinnert me eraan dat ik anderen mag wijzen op de rust die Jezus geeft, maar ook mijn eigen zorgen bij God mag neerleggen.” 

Wat hoop je voor de toekomst van de kerk? 

“Dat kerken in alle vormen blijven bestaan, groeien en veranderen. Mensen hebben in verschillende fasen van hun leven behoefte aan verschillende stijlen van kerk-zijn. De een vindt troost en blijdschap in orgelklanken, de ander in een band in een fabriekshal. Laten we elkaar niet veroordelen, maar blij zijn dat er zo veel vormen zijn waarin mensen God ontmoeten.” 

 Ds. Fred Omvlee is vanaf 7 september te zien in de nieuwe EO-serie ‘Met de dominee’.

 lees verder
 
Actielanden brengen gemeenten in beweging voor Kerk in Actie 

De gezamenlijke zwo-commissie van de Hervormde Gemeente Kapelle en de Protestantse Gemeente Kapelle-Biezelinge-Eversdijk ondersteunt actieland Colombia. Daarvoor organiseert ze verschillende acties om de gemeenten te informeren en geld op te halen.  

De zwo-commissie sluit aan bij het overkoepelend project dat de classis Delta, waar ze toe behoort, ondersteunt: Colombia, een land waar het verschil tussen arm en rijk extreem groot is en waar een vijftig jaar durende burgeroorlog heeft gewoed. Er worden drie projecten in het land gesteund.   

Meerjarenproject 

“Zo’n gezamenlijk doel vanuit de classis motiveert erg om ons in te zetten”, geeft Heleen Kapteijn, lid van de zwo-commissie namens de Hervormde Gemeente Kapelle, aan. “Fijn is dat het een project voor meerdere jaren is, dat geeft structuur aan het werk van de zwo-commissie én het leeft daardoor meer in de gemeente. Het helpt ook dat we niet alles zelf hoeven te bedenken. We weten de weg naar de website van Kerk in Actie te vinden. We vragen materiaal aan bij acties, zoals flyers. En we worden frequent op de hoogte gehouden via onder meer nieuwsbrieven en filmpjes, dat stimuleert.”  

De samenwerking met Kerk in Actieconsulent Nic Rijnbende is fijn, zegt Frits Lunenborg, lid van de zwo-commissie namens de Protestantse Gemeente Kapelle-Biezelinge-Eversdijk. “Hij is al een paar keer geweest om over Colombia te vertellen, zoals vorig najaar tijdens een maaltijd waarvan de opbrengst voor Colombia bestemd was.” 

Perenplukken 

Die maaltijd is een van de acties die de zwo-commissie bedenkt om geld op te halen. Heleen Kapteijn: “Heel succesvol is de actie ‘perenplukken’ op het perceel van een fruitteler en gemeentelid. De opbrengst is grotendeels voor Colombia. Vorig jaar bracht het € 8.000,- op, geweldig! Dat doen we dus elk jaar weer. We hebben in het verleden ook wel taarten- en soepacties gedaan. En een nieuw lid in onze commissie staat te trappelen met leuke ideeën voor acties. Zij gaat ook mee met de Kerk in Actiereis naar Colombia. Daarna beleggen we een avond in de gemeente waarop ze over haar ervaringen kan vertellen.” 

Samen optrekken 

De zwo-commissie is al meer dan vijftien jaar een samenwerkingsverband van de twee kerken. Frits Lunenborg: “We werken heel prettig samen. We hebben een to-dolijst voor het hele jaar, waar onder meer de paasgroetenactie, de perenplukactie en de oliebollenactie voor Colombia elk jaar op terugkomen.” En de samenwerking gaat nog verder. “Zo trekken de jeugdclubs samen op, zijn er gezamenlijke diensten in de paascyclus en met Bid- en Dankdag. En ook de beide diaconieën doen veel samen.” 

Meer weten?

Via zeven actielanden maakt Kerk in Actie haar werk tastbaar voor lokale gemeenten. Zij kunnen aangeven voor welk actieland ze zich graag inzetten. Dan krijgen ze een basispakket met informatie. Diaconieën krijgen daarbij steun van de Kerk in Actie-consulenten. Zij geven advies bij het vormgeven van het diaconaat. 

Dit verhaal is te lezen in het jaarverslag 2024 van de Protestantse Kerk.

 lees verder
 
Wie was Karel Eykman?

Wie was Karel Eykman?

Karel Eykman studeerde theologie, was korte tijd studentenpredikant en kwam in dienst van de IKON en later ook andere omroepen. Zijn kinderbijbel Woord voor Woord is decennialang bekend gebleven. Het verscheen in de jaren 70, bedoeld voor de IKON-kindertelevisie en tot op vandaag herdrukt en nog steeds veel gelezen. Er zijn ruim vijfhonderdduizend exemplaren van verkocht. Uniek in zijn soort omdat deze hervertelling voor kinderen nergens moralistisch wordt, zoals bij veel andere kinderbijbels uit die tijd. Maar ook omdat Eykman, al in die tijd, de literaire leeswijze van de Bijbel optimaal inzet om het verhaal dichter bij de kinderen te brengen. Over zijn hervertelling was hij zelf altijd heel helder: ‘Woord voor Woord is niet in plaats van de Bijbel. Het is een verwijzing. Ik wil wat in de Bijbel staat duidelijk maken. De Bijbel heeft bij mij nog altijd het laatste woord. En mijn geloof doet er hierbij niet toe. Ik wil niet tussen de Bijbel en de kinderen staan.’ 

Wanneer hoorden we voor het eerst van hem?

In zijn studententijd schreef Karel Eykman al scripts voor openbare events, zoals een theaterproductie bij de Dom in Utrecht waarin prinses Irene een hoofdrol had. Na zijn studie theologie in de zogenaamde roerige jaren 60 werd hij studentenpredikant in Amsterdam. De benauwde burgerlijkheid van de Thomaskerk in Amsterdam stond haaks op de belevingswereld van de jongere generatie én haaks op de visie op kerk-zijn van Karel Eykman. Zijn bruisende creativiteit en het toenmalige kerkbestuur botsten. Hij stapte over naar de omroep IKON. Veel later nodigde de Thomaskerk hem uit om mee te werken aan diensten en activiteiten. Dat werd toen een vruchtbare samenwerking. 

Waarmee is hij bekend geworden?

Met Woord voor Woord werd Eykman bekend als een kundig en zorgvuldig tekstdichter die aanvoelde welke toon hij tegen jongeren moest aanslaan, zonder simplistisch te worden. Humor, vormvastheid en zachtaardigheid kenmerkten zijn kinderpoëzie. Hij werd regelmatig bekroond, zoals met de Gouden Griffel. Eykman maakte deel uit van Het Schrijverscollectief, onder wie Willem Wilmink en Hans Dorrestijn. Dit schrijverscollectief schreef teksten voor de roemruchte kindertelevisieprogramma’s als De Stratemakeropzeeshow, De film van Ome Willem en later ook Sesamstraat. Ook was Karel Eykman een van de verschilmakers in De Blauw Geruite Kiel, een kinderkrant met volwassen ambities die deel uitmaakte van Vrij Nederland. Hij ontpopte zich als pionier op het gebied van kindergedichten en was de leermeester van dichters als Ted van Lieshout, Remco Ekkers en Leendert Witvliet. ‘De kern van Eykmans literatuuropvatting was een bescheiden activisme’, zo schreef NRC naar aanleiding van zijn overlijden. Daarmee had hij als doel om onaangepaste kinderen te behoeden voor de dwang van conformisme. ‘Ik schrijf om kinderen de smaak voor verzet te laten behouden’, zo zei hij zelf daarover. ‘Niet met grote daden, maar stiekem via een omweg.’ 

Wat kunnen gemeenten met zijn gedachtegoed?

Karel Eykman deed met de Bijbel wat Picasso deed met klassieke meesterwerken. Hij wist als geen ander de kern uit de verhalen te pakken en die zo te verwoorden dat het verhaal zomaar opengaat voor wie wil horen. Geen gekunstelde popularisering maar een vertaalslag gebaseerd op heel goed lezen. Een taalman was het. Naast al die prachtige dingen die hij schreef voor het brede publiek, bleven die Bijbelse verhalen voor hem het kloppend hart. En dan niet dat zoetige, kinderachtige maar in de richting die bijbelvertellers ons wijzen. Verhalen die niet worden verteld om het bestaande te bevestigen, om ons lot te leren aanvaarden, om een aai te geven over onze brave gelovigheid, maar om ons te maken tot opstandige mensen die geen vrede met het bestaande hebben maar willen dromen van een andere wereld. Beter, menselijker. 

Hij schreef ontelbare versjes. Altijd gek, weerbarstig en verrassend. Zijn Psalmenproject was misschien wel de grote kers op de taart. Zijn teksten voor theaterproducties van paas- en kerstevents in 2016 – 2019 laten zien hoe de bijbelverhalen van betekenis blijven in het leven van mensen in de 21e eeuw. 

Waar zien we de doorwerking van zijn gedachtegoed terug?

Zijn vele publicaties en teksten zijn in gezinnen en kerken gelezen en op televisie gebruikt. Zijn theaterscripts voor paas- en kerstevents zijn in kerkgemeenschappen gebruikt. De manier waarop hij de Bijbel vertaalde in Woord voor Woord, Wat geloof jij eigenlijk? en Vrij als de vogels kreeg navolging. Op vergelijkbare wijze verschenen bijvoorbeeld spiegelverhalen in Kind op zondag van de Nederlandse Zendingsvereniging. Basisscholen, het protestants Godsdienstig Vormingsonderwijs (GVO) en Jong Protestant gebruiken de verhalen van Karel Eykman.

Zie ook het interview dat Petrus in februari 2021 met Karel Eykman en Salomé Hoeksema hield:

‘Grote woorden’ zijn ook voor kinderen

Pijl naar rechts

 

Tekst profiel: Ds. Ad van Nieuwpoort & Ds. Burret Olde

 lees verder
 
Kom naar de coördinatorenmiddag van Kerk in Actie! 

Van 17 t/m 22 november is de landelijke huis-aan-huiscollecte van Kerk in Actie. Dit jaar gaan duizenden collectanten op pad om geld op te halen voor mensen in armoede in Nederland. Een hartverwarmende actie waarin we samen het verschil maken, in dorpen, steden en straten door het hele land. 

Om in het hele land langs de deuren te kunnen gaan, zijn veel mensen nodig. Daarom willen we je vragen of jullie als diaconie ook iets kunnen betekenen.  

Waarom komen? 

Wil je meer weten over het collectedoel, of ben je benieuwd hoe je kunt helpen? Kom naar de coördinatorenmiddag op woensdag 24 september in Utrecht. Tijdens deze middag krijg je: 

  • Praktische tips om de collecte goed te organiseren;
  • Verhalen achter het collecteproject: wie help je eigenlijk?;
  • Ideeën en inspiratie om mensen in je gemeente enthousiast te maken 

Je ontmoet andere betrokkenen en gaat vol energie en handvatten weer naar huis. 

Datum: 24 september Tijd: 14.00 – 16.30 uur Plaats: dienstenorganisatie Protestantse Kerk, Joseph Haydnlaan 2a, Utrecht 

Meld je aan voor de coördinatorenmiddag op 24 september  

 lees verder
 
Anne Drent schreef een lied bij het jaarthema

Het is in de Gereformeerde Kerk Putten al decennia gebruik om zelf liederen te schrijven, zegt amateur organist-pianist Anne Drent. “Muziek heeft een belangrijke rol in onze diensten. De inmiddels overleden organist-pianist Marten Kamminga maakte vaak liederen bij een actueel thema, die vervolgens in de gemeente gezongen werden. Zijn liederen werden verzameld in de bundel ‘Nader tot jou’ die we nog vaak gebruiken.” 

Drent, nu 4 jaar organist-pianist in de gemeente, schreef al een paar keer eerder een lied voor deze gemeente. Voor de kindernevendienst bijvoorbeeld schreef hij samen met tekstschrijver Jaap Plomp een lied dat vaak wordt gebruikt. “De gemeente is muzikaal en zingt goed, nieuwe liederen worden vlot opgepakt.”  

Als vanzelf 

Het lied bij het jaarthema komt voort uit een artikel van voormalig scriba van de Protestantse Kerk, René de Reuver, waarin hij het nieuwe jaarthema toelicht. Drent: “Hij is naar mijn mening de tekstschrijver van het lied. Ik heb de tekst slechts bewerkt en er een melodie onder geschreven. Als je zijn tekst leest, met die mooie kernwoorden over de werking van de Geest, dan ontstaat er als vanzelf een melodie onder.” 

De gemeente zong het lied op Eerste Pinksterdag voor het eerst, onder leiding van de kerkband. Drent stond die dag als organist-pianist op het rooster. “We maken vaker gebruik van de combinatie van orgel en band. De gemeente zong het lied meteen mee, het loopt goed en het is goed zingbaar. Hopelijk geeft het ook inspiratie in andere kerken.” 

Samenwerking 

Drent roemt de rijke verscheidenheid aan muziek in zijn kerk. En de samenwerking daarin met predikant Robert-Jan van Amstel. “De liedkeuze in de orde van dienst is een mooie samenwerking met de predikant. Ruim een week voorafgaand aan de zondag waarop ik speel stuurt hij de orde van dienst al toe. Op een aantal onderdelen wordt dan om mijn inbreng gevraagd.”  

De tekst van het lied 

  1. Kijk! Laat je verrassen door het werk van Gods Geest. Met nieuwe ogen kijken: de Geest is ons omgeven, vindt steeds nieuwe wegen, in ons daaglijks leven: opmerkzaamheid. Spiritus sanctus, Spiritus sanctus.
  2. Kijk! Laat je verrassen door het werk van Gods Geest. De Geest is in beweging: een briesje kan ons wekken, de Geest kun je ontdekken, op onverwachte plekken: verwondering. Spiritus sanctus, Spiritus sanctus.
  3. Kijk! Laat je verrassen door het werk van Gods Geest. De vruchten om te dienen: genade om te geven, vuur en vlam beleven, inspiratie delen: veelkleurigheid. Spiritus sanctus, Spiritus sanctus. 

Downloads

mp3-bestand couplet 1 - lied bij jaarthema 2025-2026

mp3-bestand alle coupletten - lied bij jaarthema 2025-2026

notenbalk couplet 1 - lied bij jaarthema 2025-2026

notenbalk couplet 2 - lied bij jaarthema 2025-2026

notenbalk couplet 3 - lied bij jaarthema 2025-2026

 lees verder
 
"Gemeenteleden bleken sterker naar vernieuwing te verlangen dan ingeschat was"

Reden om mee te doen 

Zes gemeenten in de Kempen (Noord-Brabant) hanteerden eind 2022 gezamenlijk de methode Nieuw Kerkelijk Peil (NKP). De gemeenten - Bergeijk, Bladel, Hoogeloon-Eersel, Valkenswaard, Veldhoven en Waalre - werken al jarenlang op allerlei gebieden samen en vormen min of meer een regionale kerk. Om de samenwerking te verdiepen en de vitaliteit te ondersteunen werd gezocht naar een regiopredikant. De fondsen die deze regiopredikant wilden financieren stelden meedoen aan NKP als een voorwaarde. Ds. Pieter van WindenVerder lezenInterim-predikant: een deskundige, betrokken buitenstaander werd benoemd en rolde vervolgens de enquête uit.  

Een voorbereidingsgroep vanuit elk van de zes kerken zette zich in om de enquête breed te promoten. 359 mensen vulden deze vervolgens in. “De uitkomst gaf wel wat verrassingen”, zegt Van Winden. “Zoals de inschatting van de geloofsrichting. In een van de kerken bleek men evangelischer dan men van zichzelf wist. Ook bleken gemeenteleden sterker naar vernieuwing te verlangen dan ingeschat was.” 

De uitslag 

De resultaten zijn besproken in de verschillende kerkenraden, in het voorzittersoverleg en met de classispredikant. Per gemeente is een actieprogramma opgesteld dat met de betrokken groepen en de kerkenraden besproken is. Zo richt Bergeijk-Eersel zich onder meer op twintigers en jonge gezinnen, gebeuren in Bladel mooie dingen qua muzikale vernieuwing en eredienst, is Valkenswaard sterk in diaconale hulp en contacten met maatschappelijke organisaties, zet Veldhoven in op kind- en jeugdwerk en geloofsopvoeding, en Waalre op klassieke muziekuitvoeringen, theater en contact met anderstalige kerken. Een aparte stuurgroep waakt over de voortgang, terwijl twintigers meebesturen. ‘Kemperpodium’ presenteert en coördineert het gezamenlijke aanbod.  

Het instrument 

“NKP is een degelijk instrument”, vindt Van Winden, die beaamt dat het traject handvatten voor beleid opleverde. Een zwak punt van de enquête vindt hij dat deze vooral wordt ingevuld door mensen die al betrokken zijn. “De stem van de mensen aan de rand van de kerk of erbuiten is niet terug te vinden. Veel vernieuwends komt er dan ook niet snel uit naar voren. Dat vind ik een manco. Gelukkig zijn inmiddels ook mensen van buiten mee gaan doen in nieuwe activiteiten. En andersom zijn de lokale kerken meer samenwerking gaan zoeken met andere organisaties hier.”  

Meer weten over NKP? Volg op 22 oktober een webinar hierover!

 

 lees verder
 
Eén kerkenraad, eigen vierplekken - Opperdoes en Medemblik

De Protestantse Gemeenten van Opperdoes en Medemblik werken nauw samen om bestuurlijke en organisatorische uitdagingen het hoofd te bieden. Ondanks zorgen over de toekomst overheerst bij Jan Smit, voorzitter van de gezamenlijke kerkenraad van het samenwerkingsverband Medemblik-Opperdoes, het vertrouwen in de kracht van de gemeenschap. 

“Min of meer uit noodzaak zijn we als Protestantse Gemeente Opperdoes een samenwerkingsverband aangegaan met de Protestantse Gemeente Medemblik. Vergrijzing, afnemende ledenaantallen en het gegeven dat het steeds moeilijker wordt om voldoende ambtsdragers te vinden gaan aan beide gemeenten niet voorbij. Juridisch en financieel blijven de gemeenten voorlopig zelfstandig, en we behouden elk een eigen vierplek.  

Vanwege het tekort aan ambtsdragers hebben we de beide kerkenraden echter in elkaar geschoven, zo voldoen we aan de minimumaantallen. Maar binnenkort ontstaan er vacatures in deze gezamenlijke kerkenraad, dus er is zorg voor de toekomst. Op termijn wordt het hier bestuurlijk moeilijk te organiseren.  

We proberen ambtsdragers te werven door middel van oproepen in bijvoorbeeld het kerkblad en het persoonlijk benaderen van mensen. Maar het grootste deel van de gemeenten is al wat ouder, en sommige gemeenteleden hebben al heel wat jaren in de kerkenraad gezeten. De jongere generatie ontbreekt grotendeels, en wie er is, is druk. Jonge mensen willen wel kortlopende taken doen, maar niet bestuurlijk. Voor de aanstaande vacatures van ouderling in beide gemeenten gaan we proberen mensen te vinden, maar dat wordt niet eenvoudig. Hoe vangen we dat dan op? Door afnemende ledenaantallen zijn er natuurlijk in de gemeente zelf minder mensen om naar om te zien, maar het wordt steeds lastiger om bijvoorbeeld kerk in het dorp te zijn.  

De samenwerking met Medemblik verloopt heel plezierig en zien we als winst. Het geeft mooie, nieuwe contacten. En samen kunnen we een predikant beroepen, zelfstandig hadden we dat niet gered. Maar in de toekomst zullen we het met z’n tweeën niet redden, ik houd er rekening mee dat een groter samenwerkingsverband nodig zal zijn. 

Toch ben ik niet somber. Ik wil ervoor oppassen dat de zorgen gaan overheersen en we niet meer blij zijn met al het mooie dat samen gemeente zijn met zich meebrengt. Die teneur bespeur ik ook in de kerkenraad. Al met al zijn we niet moedeloos.” 

Dit interview heeft plaatsgevonden in 2023. Het artikel is eerder verschenen in het blad #protestant. De Protestantse Gemeente te Opperdoes werkt inmiddels bestuurlijk nauw samen met de Protestantse Gemeente te Medemblik. Er is één kerkenraad, één college van kerkrentmeesters en één college van diakenen. Er wordt samengewerkt bij het beroepingswerk en er is één kerkblad. Juridisch en financieel zijn beide gemeenten zelfstandig. 

>> Zie ook het Stappenplan samenwerking gemeenten met plaatselijke vierplekken 

 lees verder
 
Online platform Move spreekt hun taal: zo bereikt de Protestantse Kerk jongvolwassenen 

“Ik ben opgegroeid in een evangelische gemeente die voor mij meer als sekte dan als kerk aanvoelde. Toen ik me daar op m’n 23e van losmaakte, wilde ik een tijdje niet veel met God te maken hebben. In die periode kwam ik Move op Instagram tegen. Het was de coronatijd, je zat veel alleen thuis. Via Move kon ik toch verbinding ervaren met anderen en een linkje houden met het geloof, dat vond ik heel tof. Ook al stond God toen meer op afstand, toch vond ik bij Move inspiratie en verhalen van mensen waarin ik me herkende. Net als bij Jona liet Hij me niet los.” 

Niet de enige 

“Move is in de basis een Instagram-account waar je dagelijks posts vindt over dingen die met het geloof te maken hebben. In filmpjes vertellen mensen wat ze hebben meegemaakt en hoe ze God daarin hebben ervaren. Zo laat Move zien: je bent niet de enige die ergens doorheen gaat. Maar ze posten ook filmpjes van bekende mensen - artiesten, sporters - die naar Jezus verwijzen. En je krijgt tips voor offlineactiviteiten. Bijvoorbeeld over Alpha Students: ik kende dat helemaal niet, maar via Move kwam ik bij Alpha terecht toen ik qua geloof zoekende was.” 

Vrijwilliger 

“Gaandeweg ben ik actiever betrokken geraakt bij Move. Ik werk nu als vrijwilliger mee aan verschillende activiteiten, net wat er nodig is. De verzending van onze Wake Me Ups bijvoorbeeld: dagelijkse korte overdenkingen via WhatsApp. Maar ook de liveactiviteiten die we op Opwekking doen, zoals de Silent Disco en de Wake Me Up in real life. Daardoor krijg ik ook een kijkje achter de schermen en zie ik hoe bevlogen mensen met Move bezig zijn.” 

Onlinewereld 

“Sinds begin dit jaar ben ik weer aangesloten bij een gemeente in Utrecht. Voor mij komt Move dan ook niet in de plaats van een gewone kerk. Ik zou jongeren altijd stimuleren om ook naar de kerk te gaan: daar vind je verdieping en ontmoeting. Voor mij is het meer ‘en-en’. Ik denk wel dat kerken zich meer online zouden moeten profileren. Juist een platform zoals Move kan goed laten zien hoe je dat kunt aanpakken. Want we leven in een tijd waarin de onlinewereld een steeds grotere rol speelt.” 

Dit verhaal is te lezen in het jaarverslag 2024 van de Protestantse Kerk. 

 lees verder
 
Investeren in relaties en verbondenheid

Gemeenschap als Bijbels begrip 

De Bijbelse cultuur is niet individualistisch. God is uit op relatie - God ís relatie. De drie-eenheid van Vader, Zoon en Geest wordt wel beschreven als een dans waarin mensen worden uitgenodigd mee te doen. Mensen zijn als beelddragers van God aangelegd op relaties. De profeten schetsen een visioen van samenleven in vrede (sjalom), en Jezus laat zien hoe die vrede gestalte krijgt door grenzen te overbruggen in zijn missie om Gods liefde te delen. 

Uitdagingen in de huidige samenleving 

Onze samenleving is anders dan de Bijbelse wereld. Het individu staat centraal, met waarden als zelfontplooiing, autonomie en zelfredzaamheid. Gemeenschappen staan onder druk en eenzaamheid groeit. Mensen zijn graag 'op zichzelf', in hun eigen bubbel. Tijdsdruk door werk en zorgtaken maakt het moeilijk om structureel bij gemeenschappen betrokken te raken. 

Voor kerken is dit extra uitdagend. Negatieve beelden over kerkgemeenschappen - regels, oordelen, misstanden - maken het ingewikkeld om een christelijke community op te bouwen. Het vergt een lange weg van trouw zijn aan mensen, waarin vertrouwen moet groeien. 

Derde plekken creëren 

Er zijn plekken nodig waar mensen zich welkom weten - zogenaamde 'third places' of derde plekken. Naast werk en thuis een plek waar mensen elkaar kunnen ontmoeten en het leven kunnen delen. Binnen de pioniersreis ligt de nadruk op 'vrede': het gaat niet primair om geloof verkennen, maar om elkaar leren kennen en er voor elkaar zijn. 

Open gemeenschappen met een bron 

Een groeiende gemeenschap wordt vergeleken met een schapenwei met een bron in het midden. Schapen kunnen vrij naar de bron toe en ervan weg bewegen - open grenzen in plaats van een hek eromheen. Er is geen formeel lidmaatschap, wat de community 'fluïde' maakt: mensen kunnen makkelijk aanhaken maar ook weer vertrekken. 

De 'bron' hoeft niet meteen de Bron met hoofdletter te zijn, maar kan een gedeelde interesse zijn: een opvangplek in de buurt, lezingen, een kunstgroep, samen sporten of wandelen. Belangrijker dan geografische nabijheid zijn netwerken gebaseerd op interesse of leeftijd. 

Vijf randvoorwaarden voor community-vorming 

  1. Organiseer samen activiteitenGa als kernteam vanaf het begin samen met anderen op weg. Organiseer verbindende activiteiten rond een gezamenlijke interesse, waarbij iedereen meedoet in het bedenken en uitvoeren. Verschillende doelgroepen hebben verschillende behoeften: sommigen willen gepakt worden door inhoud, anderen zoeken vooral gezelligheid en steun.
  2. Zorg voor een uitnodigende sfeerMaak ruimte voor mensen, toon interesse zonder oordeel. Laat zien dat mensen welkom zijn, of ze vaak aanwezig zijn of niet. Neem de tijd - beter maandelijks een activiteit waar het team naar uitziet dan wekelijkse bijeenkomsten die uitputten. Maak ruimte voor vreugde, creativiteit en humor.
  3. Bied ruimte voor interactieActiviteiten mogen niet overvol zitten maar moeten ruimte bieden voor ontmoeting. Samen koffiedrinken, maaltijden delen, wandelingen - dit alles biedt optimale ruimte voor interactie. Denk na over tempo en intensiteit van activiteiten. 
  4. Zorg dat mensen zich kunnen inzetten met hun talentenNieuwkomers worden betrokken bij inhoud en uitvoering. Aanwezige gaven en talenten worden benut. Tegelijk is er ruimte voor mensen die vooral ontvangen - soms zijn mensen te kwetsbaar of moe om bij te dragen. Alleen al door aanwezigheid is ieder mens een geschenk. 
  5. Wees veilig en transparantVeiligheid betekent grenzen handhaven in taal, houding en grappen. Ongepaste opmerkingen worden aangepakt. Eerlijkheid en transparantie dragen bij aan veiligheid. Wees vanaf het begin duidelijk over de eigen identiteit en verlangens, zonder mensen buiten te sluiten. 

Spanningsvelden navigeren 

Alle gemeenschappen kennen spanningen tussen gastvrijheid en duidelijkheid. Voor je het weet ontstaat er een onzichtbaar hek en is er weinig ruimte meer voor nieuwkomers. Het evenwicht tussen vertrouwde sfeer en openheid vraagt constante aandacht. 

Een andere spanning bestaat tussen ruimte bieden en het eigen verhaal vertellen. Te veel ruimte kan leiden tot identiteitsverlies, te veel nadruk op de eigen boodschap kan mensen afschrikken. Een krachtige gemeenschap is zowel inclusief als transparant over haar visie. 

Diversiteit en doelgroepen 

Hoewel proefplekken vaak gericht zijn op één doelgroep, hoeven ze niet gesloten te zijn voor anderen. Naarmate een plek groeit, kan de diversiteit toenemen. Bewuste keuzes kunnen helpen andere generaties of culturen te betrekken. 

 Dit artikel is een bewerking van het uitgebreide artikel 'Investeren in relaties en verbondenheid' door Nynke Dijkstra-Algra. Het complete artikel met alle verwijzingen en verdieping is beschikbaar als PDF-download. 

 

 lees verder
 
Ds. Pim Brouwer: ‘De kerk is Gods reddingsplan voor deze aarde’ 

  • gemeentepredikant in Kruispunt Vathorst in Amersfoort, een samenwerkingsgemeente tussen CGK/NGK/PKN, daarvoor gemeentepredikant in Maassluis en Utrecht-West 
  • bachelor theologie aan de Evangelische Theologische Faculteit Leuven, master aan de Protestantse Theologische Universiteit (Utrecht) 
  • voelt zich het meest verwant aan de evangelische en protestantse stroming binnen de kerk. 

Hoe ervaar je je roeping? 

“Ik heb vroeger nooit bedacht dat ik dominee zou worden. Voordat ik theologie ging studeren, werkte ik bij Youth for Christ in een theaterteam en deed ik een opleiding tot dramadocent. Daar kwam ik erachter hoe leuk ik het vak filosofie vond. De echte roeping om predikant te worden ervaarde ik toen ik in januari 2005 een preek hoorde over hoe mooi het is om in Gods koninkrijk te werken. Die boodschap sloeg bij me in als een bom: dat wilde ik ook! Ik heb toen daarvoor laten bidden. Na mijn studie theologie werd ik opnieuw bepaald bij dit gebed en leek het alsof ik Gods stem hoorde: ‘Zo, jochie – je bent er bijna!’ Dat ik dit werk mag doen ervaar ik puur als genade. Ik denk weleens ‘met dit botte gereedschap moet God zijn kerk bouwen’, wie ben ik dat ik dit doen mag? Ik voel me erg dankbaar dat ik als dominee aan de slag mag zijn.” 

Wat heb je nodig om met vrucht en vreugde te werken? 

“Mensen om me heen die kunnen wat ikzelf niet kan. Ik heb bijvoorbeeld iemand die afspraken voor me maakt in mijn agenda. Gemeenten stellen zich soms te afhankelijk op van hun predikant, denk ik weleens. Ze verwachten dat hij of zij alles kan, maar het gaat er als voorganger om dat je Gods Woord uitlegt en biddend om mensen heen staat. De voorganger is vrijgesteld om tijd met God door te brengen in studie en gebed. Als je daar geen tijd voor vrijmaakt, gaat het mis. Je hebt God nodig in je werk, je kunt het niet alleen.” 

Hoe zorg je ervoor dat je niet opbrandt? 

“Ik probeer elke week te wandelen. Tijdens de wandelingen luister ik een podcast van Tim Keller, of ik loop juist zonder afleiding en richt me op God. Sinds ik dit actief ben gaan doen, besef ik dat ik het hard nodig heb om die rust en stilte te pakken en daarin God te zoeken.” 

Welk onderdeel van je werk doe je het liefst? 

“Mensen ontmoeten die net kennis hebben gemaakt met de kerk én mensen die op het punt staan eruit te stappen. In deze gemeente mag ik veel met jonge mensen werken. Het is bijzonder als er mensen binnenlopen die niets met de kerk hebben en dan vragen of ze zich hier kunnen laten dopen. Dat zijn echt bijzondere ontmoetingen. Kinderdiensten doe ik ook graag. Het is prachtig om een verhaal te hervertellen op het niveau van kinderen. Onze kerk staat in een snelgroeiende nieuwe woonwijk in Amersfoort, de ‘hoofdstad’ van de bible belt. Kruispunt is in 20 jaar tijd gegroeid vanuit niets tot een gemeente van zo'n 1900 leden, waarvan bijna de helft onder de 20. Het jeugdwerk zit als een dijk in elkaar, en heeft een grote aantrekkingskracht. God is op een bijzondere manier aan het werk, het is mooi om daar getuige van te zijn.”   

Welke (na)scholing heb je voor het laatst gevolgd? 

De cursus Undefended leidinggeven via de Permanente Educatie Predikanten in Kampen. Het is een cursus waarin je wordt uitgedaagd om op verschillende manieren te kijken naar leiderschap en dat ‘onverdedigd’ te doen, dus zonder je ‘harnas’ aan. Als je ervaart dat je een geliefd kind van God bent, dan is het mogelijk om niet geharnast in kritiek te staan, dus niet alles persoonlijk op te vatten.” 

Met welke andersgelovige in uw omgeving zou je graag eens om de tafel gaan? 

 “Ik vind het mooi om mensen op de rand en over de rand van de kerk te spreken. Soms is het spannend om in gesprek te gaan met mensen die geen gelovige achtergrond hebben of het geloof juist achter zich hebben gelaten. Het is goed om vooral geïnteresseerd te zijn in wat hen beweegt. De waarde van het geloof heeft zich al bewezen, dat hoef ik niet te doen. En ja, je kunt je soms zelf aangevallen voelen in je geloofsleven. Dat is ingewikkeld, maar ook heel louterend om af en toe te ondergaan.”  

Welk boek, welke serie, film of welke podcast raad je collega’s aan? 

Blue like Jazz, een boek dat in het Nederlands is verschenen onder de titel Puur, van Donald Miller. Het is een goudeerlijk verhaal van iemand die worstelt met zijn overgave aan God. Ik kwam het boek tegen op Storytel. Het geeft een leuke invalshoek om in gesprek te gaan met jongeren. Verder heeft de tv-serie The Chosen over het leven van Jezus me enorm geraakt. Het verhaal over zijn leven op aarde komt heel dichtbij.” 

Is er een bijbeltekst die met je meegaat? 

“Het bijbelgedeelte uit 1 Korintiërs 1:18-25, waar staat dat wijsheid en kracht in het geloof pas te vinden zijn als je je eraan overgeeft. Het helpt me in gesprekken met andersgelovigen dat wij een gekruisigde Christus verkondigen. Dat is de bron waaruit we mogen putten. Het gaat sprankelen als je daar ‘water’ uithaalt.”   

Wat hoop je voor de toekomst van de kerk? 

“Dat ze weer een relevante gemeenschap wordt. Niet door mee te kleuren met de wereld, maar door totaal zichzelf te blijven. We moeten loskomen van het idee dat de kerk van ons is. Het gaat altijd om de missio Dei, het verhaal van God met mensen. De kerk is altijd al een gemeenschap op missie geweest, door alle eeuwen heen. Het vraagt lef om ook nu een kerk van generaties te zijn. Ik ben ervan overtuigd dat we goud in handen hebben: de kerk is Gods reddingsplan voor deze aarde. Het is zonde als mensen door ‘intern gedoe’ daar het zicht op verliezen.” 

Dit interview is voor het eerst gepubliceerd op 17 juli 2024.

Lees meer in de serie over de voorgangers in de Protestantse Kerk:

Jorn den Hertog: “Ik hoop dat jonge mensen de kerk weer ontdekken als een plek om te verstillen”

 

 

 lees verder
 
Israëlzondag in tijden van spanning 

De gruwelijke aanval van Hamas op Israëlische dorpen op 7 oktober 2023 zorgde aanvankelijk voor veel solidariteit en sympathie, maar de manier waarop Israël de strijd in Gaza aanging, heeft in toenemende mate kritiek opgeroepen. Israël is daardoor een ongemakkelijk thema geworden, ook de kerken, waar veel mensen van denken: ‘nu maar even niet’. En toch staat ook dit jaar de Israëlzondag weer op de kerkelijke kalender. Waarom doet de kerk dat? Waarom zou je daaraan mee moeten doen als plaatselijke gemeente of predikant? En hoe zou je dat moeten doen in een samenleving en kerk die juist hierover zo sterk verdeeld is geraakt? 

Wortels van de Israëlzondag 

Op de kerkelijke kalender is de Israëlzondag een relatieve nieuwkomer. In 1949 besloot de Nederlandse Hervormde Kerk dat de eerste zondag van oktober voortaan als Israëlzondag aangemerkt zou worden. Die dag werd gekozen omdat in die periode de joodse Hoge Feestdagen worden gevierd: de keten van feest- en gedenkdagen die begint met Rosj Hasjana (Joods Nieuwjaar), na tien dagen verder gaat met Jom Kippoer (Grote Verzoendag) en eindigt met Soekot (Loofhuttenfeest) en Simchat Tora (Vreugde der Wet). In verbondenheid met het joodse volk dat deze feesten viert, besloot de kerk deze zondag apart te zetten. In het kielzog van de hervormden volgden ook veel andere kerkgenootschappen. 

Tot de instelling van de Israëlzondag werd besloten onder grote indruk van de recente gebeurtenissen. Dat was ten eerste de Sjoa, de moord die zich op het Europese continent had voltrokken op zes miljoen joden, waaronder ook 75% van de Nederlandse joden. Dat die massamoord zich op een gekerstend continent kon voltrekken, zette kerken aan tot introspectie. Hoe had dit kunnen gebeuren? Wat was de rol van christenen en kerken? Hoe kan het antisemitisme, ook de christelijke variant ervan, bestreden worden? 

Dat was ten tweede de oprichting van de staat Israël in 1948. Dat zorgde toen al voor veel debat. De Nederlandse regering was heel laat met de erkenning van Israël uit angst om de goeddeels islamitische bevolking van Indonesië niet nog meer redenen te geven om het verband met Nederland te verbreken. Met name progressieve partijen, maar ook de hervormde kerk, hekelden die uitblijvende erkenning van Israël. Pas toen duidelijk was dat de Indonesische oorlog echt verloren was door Nederland, volgde de erkenning. In de kerken riep de stichting van Israël veel theologische vragen op. Dat er weer een joodse staat was, paste eigenlijk niet in de dominante theologie die juist de verstrooiing van de joden als straf zag op de joodse verwerping van Jezus als messias. Die theologie behoefde bijstelling. 

Joodse feesten 

Toch is het veelzeggend dat de Israëlzondag niet in de buurt van 4 mei – ter nagedachtenis aan de Holocaust – of de Israëlische Onafhankelijkheidsdag (ook meestal in mei) op de kerkelijke kalender is geplaatst, maar er is gekozen voor de Hoge Feestdagen in het najaar. Daarmee wordt gelijk al aangegeven dat de kerk op zoek is naar een verstaan van het joodse volk vanuit de levende praktijk van het religieuze jodendom. Belangrijk is ook dat de Israëlzondag niet op een van de joodse feestdagen is gepland, alsof de kerk die zou overnemen of zelfs vervangen, maar in de nabijheid ervan. In de nabijheid van de synagoge wil de kerk op haar eigen dag, de zondag, luisteren naar wat de joodse traditie heeft te bieden in het verstaan van de Schriften. 

Dat inhoudelijke gesprek tussen jodendom en christendom rond de Schriften is vanuit het eeuwenlange perspectief van de christelijke traditie nog steeds een relatief recent fenomeen. De kerk is vanuit dat perspectief nog maar net begonnen met het verwerken van al die grote theologische vragen die worden opgeroepen door de joodse traditie, het levende jodendom en het voortbestaan van het joodse volk. Een speciale zondag daarvoor is bepaald geen luxe en ook niet iets voor een groepje hobbyisten: de vragen die op tafel komen, raken de kerk als geheel. Wat betekent dat de kerk de Schriften samen met de synagoge leest? Wat betekent dat de kerk gelooft in de God van Israël en de messias van Israël?  

Vanuit deze insteek is sinds 1949 ook steeds gesproken over de doorwerking van de Holocaust en de oprichting van de staat Israël. Daarbij ging het om ‘schuld en boete’ en een zelfkritisch kijken naar de christelijke omgang met joden. Maar ook om de staat Israël waarbij tonen van verwondering, gebed en kritische noten elkaar afwisselden.  

Toch Israëlzondag in 2025 

Hoe moet in 2025 in een gepolariseerde samenleving, waarin het woord Israël door velen wordt vermeden, Israëlzondag gehouden worden? Hier volgen drie handreikingen. 

Ten eerste, maatschappelijk actuele en lastige thema’s moeten in de kerk niet geschuwd worden, maar juist besproken. De kerk doet dat wel op haar eigen manier, vanuit de Schriften en de lange adem van de christelijke traditie. Dat zorgt dat de directe actualiteit altijd geplaatst wordt in een groter verstaan en dat met een andere taal – die van vrede, verzoening, gerechtigheid en heiligheid – daarover gesproken wordt dan in de politieke fora, kranten en nieuwsrubrieken. 

Ten tweede, Israëlzondag zoals dat sinds 1949 vorm heeft gekregen heeft nog altijd niets aan zijn urgentie verloren. De ontmoeting met de synagoge en het gezamenlijke zoeken naar het verstaan van de Schriften met het oog op het Koninkrijk van God is van vitaal belang voor de kerk. In dat gesprek met de joodse traditie is veel winst te behalen voor de kerk. Als de kerk belijdt dat zij onopgeefbaar verbonden is met het volk Israël, via de heilsgeschiedenis, dan is een zondag daarbij stilstaan geen keus maar een zaak van christelijk belijden. 

Ten derde, de noties die door de Holocaust en de stichting van de staat Israël zijn opgeroepen, kunnen in dat licht, vanuit de wezenlijke verbondenheid met het jodendom, ook een plaats krijgen. Daarbij kunnen ook de bredere vragen van Europese betrokkenheid, de Arabische wereld en het leed van de Palestijnen een plek krijgen. De Gaza-oorlog roept veel en tegenstrijdige emoties op bij kerkleden. De kerk is niet de eerst aangewezene om met politieke oplossingen te komen, maar haar boodschap van verzoening en vrede is ook relevant voor alle inwoners van Israël en Palestina.  

Israëlzondag anno 2025 is niet in de eerste plaats de plek om de situatie in het Midden-Oosten van politiek commentaar te voorzien, maar om in gehoorzaamheid de Schriften te openen en daarbij te leren van de joodse traditie als gesprekspartner. In die luisterhouding kan het Woord aan het woord komen en kan onverwacht licht vallen op onze eigen tijd. 

 lees verder
 
Wat zijn de taken van de beroepingscommissie? 

De rol van de beroepingscommissie 

De beroepingscommissie organiseert zelfstandig het beroepingsproces, verricht onderzoek en doet een voordracht aan de kerkenraad over de invulling van de predikantsvacature. Het uitgangspunt hierbij is dat de nieuwe predikant(e) zo goed mogelijk aansluit bij het door de kerkenraad opgestelde profiel. Dit profiel beschrijft de gewenste eigenschappen, vaardigheden en visie van de te beroepen predikant(e) of proponent (afgestudeerd theoloog die beroepbaar is maar nog niet bevestigd in het ambt van predikant). 

Werkzaamheden van de commissie 

De werkzaamheden van de beroepingscommissie zijn divers en bestaan uit de volgende onderdelen: 

Organisatie 

  • De commissie benoemt een voorzitter, een secretaris en een contactpersoon voor de te beroepen predikant. Deze persoon houdt de kandidaten op de hoogte van de voortgang van het proces. Er wordt een duidelijke werkwijze opgesteld, inclusief een tijdpad en een taakverdeling. 
  • De commissie wordt begeleid door een consulent die de commissie adviseert en het juiste verloop van het proces en de procedure bewaakt. 

Voorbereiding 

  • Identiteitsgebonden thema’s worden vooraf besproken om helderheid te scheppen over mogelijke gevoeligheden. 
  • Er wordt een informatiepakket samengesteld dat o.a. de profielschets van de gemeente en van de predikant, het beleidsplan en de selectieprocedure bevat. 

Selectie en hoorcommissie 

  • De commissie bepaalt hoe de procedure verloopt en besluit of voor het horen van een predikant of proponent eerst een gesprek wordt gevoerd. 
  • Benader de predikanten op de kandidatenlijst een voor een. Kies je ervoor om met meer dan één predikant een oriënterend gesprek te voeren, zorg dan voor een goede communicatie over dit proces. 
  • De commissie stelt uit haar midden een hoorcommissie samen (minimaal 3 en maximaal 6 personen) die verslag doet aan de rest van de beroepingscommissie. 
  • Bij een hoorcommissie met twee groepen is het gebruikelijk dat één groep een ‘second opinion’ vormt door een kerkdienst van de predikant/proponent bij te wonen. 
  • Na een positieve uitkomst volgt een vervolggesprek met de kandidaat door de hele beroepingscommissie. 
  • De reiskosten van een predikant/proponent voor een gesprek worden vergoed. Dit geldt ook voor de te maken onkosten van de leden van de beroepingscommissie. 

Rapportage en advies 

  • Regelmatige voortgangsrapportages worden gedeeld met de kerkenraad (minimaal maandelijks).  
  • De commissie streeft naar unanimiteit bij het uitbrengen van een advies, tenzij vooraf andere afspraken zijn gemaakt, zoals een meerderheid van 80%.  

Geheimhouding en evaluatie 

  • De commissie gaat zorgvuldig om met vertrouwelijke informatie en maakt afspraken over opslag, teruggave en vernietiging van gegevens. 
  • Na afloop wordt het beroepingsproces geëvalueerd en een eindrapportage opgesteld. 

Vaardigheden van de commissieleden 

De leden van de beroepingscommissie vormen het gezicht van de gemeente voor de te beroepen predikant en moeten daarom als team goed op elkaar ingespeeld zijn. Belangrijke vaardigheden zijn: 

  • goede gespreksvaardigheden; 
  • geestelijk onderscheidingsvermogen; 
  • kennis van de gemeente, haar beleid en het predikantsprofiel; 
  • zorgvuldigheid en correctheid in de omgang met kandidaten. 

Een trainingVerder lezenBeroepingswerk voor commissies voorafgaand aan het proces kan helpen om de samenwerking en vaardigheden van de commissie te versterken. 

Bevoegdheden en randvoorwaarden 

De beroepingscommissie werkt binnen de kaders die door de kerkenraad zijn vastgesteld. Dit betreft bijvoorbeeld afspraken over de pastorie, het profiel van de predikant en de selectiecriteria. Mocht de commissie hier tijdens het proces tegen obstakels aanlopen, dan wordt hierover in overleg met de kerkenraad een oplossing gezocht. 

Zorgvuldigheid en communicatie 

Het beroepingswerk vraagt om een zorgvuldige omgang met zowel de belangen van de gemeente als die van de kandidaten. Kandidaten moeten weten waar ze aan toe zijn en hoe het proces verloopt. Dit betekent: 

  • Reageer op ontvangen brieven;
  • Communiceer na elk gesprek duidelijk over het vervolg;
  • Vermijd lange stiltes in de procedure;
  • Informeer de gemeenteleden geregeld over de voortgang van het beroepingswerk. (Alleen wat betreft het proces, namen van kandidaten worden niet gedeeld.) 

Geheimhouding 

Geheimhouding speelt een belangrijke rol in het beroepingsproces. Om informatie niet voortijdig te laten uitlekken, wordt zorgvuldig omgegaan met schriftelijk en digitaal materiaal. Vertrouwelijke gegevens, zoals sollicitatiebrieven van afgewezen kandidaten, worden na afloop vernietigd. Andere stukken, zoals verslagen, worden gearchiveerd. 

Valkuilen 

  1. Gebrek aan unanimiteit Als de commissieleden niet op één lijn zitten, kan dit leiden tot spanningen en onduidelijkheid in het advies aan de kerkenraad. Dit benadrukt het belang van duidelijke afspraken en gezamenlijke besluitvorming. 
  2. Onvoldoende communicatie Te weinig of onduidelijke communicatie naar de gemeente, kandidaten of kerkenraad kan leiden tot frustratie of wantrouwen. Regelmatige updates en transparantie zijn essentieel.
  3. Te lange procedures Een langdurig beroepingsproces kan vermoeiend zijn voor zowel de commissie als de kandidaten. Het risico bestaat dat goede kandidaten afhaken of dat de betrokkenheid van de gemeente afneemt. Dit kan voorkomen worden door niet met veel kandidaten tegelijk in gesprek te gaan en een strak tijdpad. Houd de zondagen vrij in de agenda om te kunnen gaan horen. 

Kansen 

  1. Sterke verbinding met de gemeenteDoor het beroepingsproces zorgvuldig en transparant te organiseren, kan de commissie een sterke verbinding creëren tussen de gemeente en de nieuwe predikant. Dit versterkt het draagvlak voor de keuze. 
  2. Teamontwikkeling binnen de commissie De samenwerking binnen de commissie biedt een kans om als team te groeien en gezamenlijk verantwoordelijkheid te nemen voor een belangrijk proces binnen de gemeente. 
  3. Duidelijke positionering van de gemeenteDoor het opstellen en communiceren van een helder gemeente- en predikantsprofiel kan de commissie laten zien waar de gemeente voor staat. Dit helpt bij het aantrekken van een predikant die écht bij de gemeente past. 

Ga naar het stappenplan voor de beroepingscommissie

 lees verder
 
Ds. Corine van Eck benoemd tot nieuwe classispredikant Classis Delta

Ds. Van Eck volgt ds. Arie van der Maas op, die op 4 juli afscheid nam als classispredikant. Naar verwachting treedt zij op 1 oktober in dienst.

Ervaren predikant met Delta-wortels

Corine van Eck (60) heeft diepe wortels in de Delta. Geboren in IJsselstein, groeide zij op in Oude-Tonge en Bruinisse en ging naar school in Zierikzee. Na haar theologiestudie in Leiden was haar eerste gemeente Rilland-Bath, gevolgd door Kerkdriel. Sinds 2007 is zij predikant van de Protestantse Gemeente Wolphaartsdijk, waar zij zich met bijzondere aandacht richt op jongeren en gezinnen.

Sinds 2019 vervult zij al de functie van voorzitter van het Classicale College van Visitatoren voor de Classis Delta, waardoor zij uitstekend bekend is met de theologische diversiteit en uitdagingen in de regio. Deze ervaring maakt haar volgens de classis een ideale kandidaat voor de functie van classispredikant.

Visie op verbinding en bemoediging

Ds. Van Eck brengt een duidelijke visie mee naar haar nieuwe functie. "Wat mij drijft is de wens om te bemoedigen en te verbinden," zegt zij. "Ik geloof in de kracht van woorden die opbouwen, in nabijheid die ruimte geeft en in het samen zoeken naar waar Gods Koninkrijk ons raakt."

Met de nuchterheid die haar eigen is, wil zij zich met name richten op de positieve aspecten in de Delta. Haar ervaring als voorzitter van het college voor visitatie heeft haar verlangen versterkt "om op een meer structurele, pastorale en verbindende manier dienstbaar te zijn aan gemeenten en voorgangers - niet pas als er spanningen ontstaan, maar juist in het vroegtijdig meedenken, nabij zijn en ruimte bieden voor gesprek en geloofsgroei."

 

 lees verder
 
Variëren in de zomer: morgenlied en psalmgebed

Naast de startzondag in september hebben sommige gemeenten een ‘slotzondag’ in mei of juni. Tussen aanhalingstekens; de kerk heeft immers nooit vakantie, Gods trouw houdt ook niet een tijdje op. Wel neigen de kerkdiensten wat ‘in te zakken’, er is minder reuring dan in het kerkelijke hoogseizoen. Juist deze tijd vraagt om een lichtere liturgie.

Twee typen eredienst

In grote lijnen zijn er twee typen eredienst. De zondagse ‘hoofddienst’, voortgekomen uit de kathedralen en parochiekerken die voor alle mensen een publieke eredienst verzorgen op de eerste dag van de week. En daarnaast het getijdengebed, voortgekomen uit de kloosters waar op gezette tijden op de dag het voortdurende gebed gaande gehouden wordt. Beide hebben hun eigen grondstructuur die door alle huidige liturgische stromingen heen nog duidelijk waar te nemen is. In de zondagse hoofddienst staan Schrift en Tafel centraal, in de getijdengebeden lezing en gebed.

Intochtslied of psalm

De zondagse hoofddienst in de protestantse tradities begint met een intochtslied of -psalm, die voor of na bemoediging en groet wordt gezongen. In de oecumenisch-protestantse traditie, zoals we die in de orden van het Dienstboek van de kerk vinden, volgt daarna kyrieVerder lezenKyrie & Gloria en gloria, of - in de klassiek-gereformeerde traditie - verootmoediging en genadeverkondiging.

Morgenliederen

Eén categorie liederen komt in die structuur amper aan de orde: de morgenliederen (204 t/m 224 in Liedboek: Zingen en bidden in huis en kerk). Dat is niet verwonderlijk, eigenlijk horen die thuis in de liturgie van het morgengebedVerder lezenDe muziek in de eredienst . In sommige gemeenten worden beide tradities gecombineerd door eerst een morgenlied te zingen, en na bemoediging en groet een intochtspsalm. Die psalm wordt dan wel zijn kracht ontnomen als kernachtige inhoudelijke start van de eredienst, waarmee we bovendien de onopgeefbare verbinding met de synagogale liturgie uitdrukken.

Variëren

Juist de zomertijd vraagt soms om lichtere vormen. Het is een uitstekende tijd om te variëren op het klassieke patroon ‘intochtslied – bemoediging en groet – kyrie en gloria’. Het getijdengebed reikt er vormen voor aan. Dat betreft niet alleen het morgenlied, maar in combinatie daarmee ook de vorm van het psalmgebed.

In de kloosters worden vanouds de psalmen gereciteerd, en dan wel in hun geheel. Een antifoon (terugkerend ‘keervers’) wordt eruit genomen en aan begin en einde gezongen, om zo de psalm te ‘kleuren’. In de protestantse traditie is de psalm als lied geïntroduceerd, bestaande uit coupletten op rijm. Dat heeft als consequentie dat psalmen vaak niet meer in hun geheel worden gezongen, maar losse verzen eruit. Liedboek: zingen en bidden in huis en kerk biedt echter varianten aan uit vele liturgische tradities, onder de psalmnummers a, b, c, enz. In de bundel Psalmen anders, ontwikkeld als aanvulling op het liedboek, zijn er nog veel meer te vinden.

Alternatieve invulling

Het psalmgebed verhoudt zich niet met kyrie en gloria, omdat het eigenlijk overlappende ‘genres’ zijn. Ook in de psalm zit vaak al de aanklacht en de lofprijzing, diepte en hoogte allebei. Door kyrie en gloria op dat moment weg te laten, ontstaat ruimte voor een alternatieve invulling. Het begin van de dienst zou er dan als volgt uit kunnen zien: ‘morgenlied – bemoediging en groet – psalmgebed’, waarbij het morgenlied feitelijk functioneert als drempelgebed en de psalm best wat uitgebreider mag. Daarmee is men goed toegerust om daarna de Schriften open te slaan.

Uit de praktijk

Els van der Wolf-Kox, predikant van de wijkgemeente Zoetermeer-Zuid:"Ik ben allergisch voor een al te strikte liturgie, dus raak wel een beetje geïrriteerd door de opmerking dat we het in de zomerperiode wel een beetje anders mogen doen. Als het gaat om de opbouw van de liturgie ontleen ik veel aan het gedachtegoed van de Amerikaanse liturgioloog Robert E. Webber. Hij deelt de liturgie op in vier delen (binnenkomen - het Woord - antwoord - uitgaan) en pleit ervoor het begin van de dienst niet in het teken te laten staan van een aantal vaste programmaonderdelen die passen bij de betreffende zondag, maar na te denken over wat ons als gemeente gaat helpen om deze dienst binnen te komen, om geconcentreerd te raken op wat God ons te zeggen heeft. We zijn allemaal weer uit ons huis naar de kerk gekomen, daar past dan een morgenlied als ‘In de veelheid van geluiden…’ (lied 283) prachtig bij. Op die manier zoek ik vaker zo'n morgenlied. Komende zondag heb ik een dienst over stilte, dan begin ik met Psalm 65, passend bij dat thema. Als het eerste lied geen psalm is, zet ik verderop in de liturgie in ieder geval één psalm. Vaak een Geneefse psalm omdat de meeste mensen dat herkennen als psalm. Slechts af en toe neem ik een psalmgebed op, want veel mensen ervaren het lezen van een psalm als gebed als vervreemdend. Dat is dus wel een spanning: ik wil mensen meenemen in de liturgie en het toegankelijk laten zijn, maar ook prikkelen en aan het denken zetten. Dus me niet beperken tot waar we ons fijn bij voelen."

Klaske van der Weide, emeritus predikant, gaat regelmatig voor als gastpredikant:"De meeste gemeenten waar ik als gastpredikant voorga, hebben een vast schema voor de liturgie. Dat neem ik zo veel mogelijk als leidraad. Het is mijn professionaliteit als voorganger om de liturgie afhankelijk van de voorkeuren van een gemeente en de kleur van de dienst in te vullen. Als het passend is, zal ik zeker kiezen voor een morgenlied. De intochtspsalm neem ik vaak wel mee, maar dan op een andere plaats, waar deze past in de liturgie. Ik kijk heel erg naar wat teksten doen, dat is voor mij leidend. We hebben in de Protestantse Kerk een praktijk van: zo zit de liturgie in elkaar, zo willen we het hebben. Ik zou willen pleiten voor meer liturgisch bewustzijn: waarom doen we het zoals we het doen? Daar heeft een predikant een rol, bijvoorbeeld als hij of zij met enkele anderen een dienst voorbereidt en de liturgie opstelt. Het effect daarvan is dat mensen zich bewust worden: aha, daarom doen we dat. Dat levert meer begrip voor de liturgie op."

Lees meer in de serie 'De eredienst - kan en mag het anders?':

De plek van instrumentale muziek in de eredienst

 

 lees verder
 
‘Inspiratiedag Muziek in de kerk’: kan het ook anders?

En dat is niet zonder reden, vertelt ds. Oane Reitsma, medewerker eredienst en kerkmuziek bij de dienstenorganisatie van de Protestantse Kerk. “Kerkmusici en voorgangers bereiden wekelijks de dienst voor, en het is mooi als ze dat in samenspraak doen. Als ze samen de inspiratiedag bezoeken, kunnen ze na afloop samen naar bestaande liturgie kijken: kan het ook anders?”

Muzikale praktijk

Vijf lokale gemeenten houden deze dag een presentatie over hun muzikale praktijk. Dat doen ze met de musicus en de voorganger uit de gemeente samen, vertelt Reitsma. “We horen graag hoe het in de praktijk gaat: hoe werkt het bij jullie, hoe stemmen jullie af, wat is het sterke punt van hoe jullie vieren en wat kunnen anderen daarvan leren? Vanwege de locatie van de dag, de Utrechtse binnenstad, zijn het met name stadskerken die een presentatie doen, maar de presentaties zijn zodanig dat ook kleine gemeenten en dorpsgemeenten er wat aan hebben.”

Gezamenlijke waarden

De inspiratiedag belooft een kennismaking met nieuwe liederen en praktijken. “In veel lokale gemeenten is de liturgie behoorlijk statisch”, weet Reitsma. “Als ik als gastpredikant in een gemeente vraag hoe de liturgie eruitziet, krijg ik vaak als antwoord: gewoon. Lokale kerken kennen vaak alleen de eigen praktijk, terwijl er elders veel mooie dingen gebeuren. Dat laten we deze dag zien.”

Daarnaast denken we vaak in ‘richtingen’ zoals evangelicaal en hoogliturgisch, ziet Reitsma. “Maar daaronder zitten gezamenlijke waarden. Op de inspiratiedag willen we dat soort waarden aanraken door elementen uit de liturgie te lichten en de proef op de som te nemen door het gewoon maar te doen.” Zo presenteert de Nicolaikerk haar jazzvespers, elementen van improvisatie in een redelijk strikte orde van dienst, en de Nieuwe Kerk presenteert ‘verbindend vieren met evangelicale muziek’.

Opnieuw bezinnen

Reitsma hoopt dat voorgangers en musici bewuster na gaan denken over muziek in de liturgie. “Er komt steeds meer verbrokkeling door kleine predikantsformaties en een pool van organisten omdat kerken geen vaste organist in dienst kunnen nemen. Des te belangrijker is het dat kerken zich opnieuw gaan bezinnen: hoe maak je gebruik van ruimte in de viering? Bijvoorbeeld op de momenten dat de gemeente binnenkomt of wanneer ze zich verplaatst naar de avondmaalstafel: wat doe je daar muzikaal mee? Kun je dat anders invullen dan je gewend bent? Dat kan een nieuwe invulling geven.”

Creativiteit zoeken

De dag wordt afgerond met vespers waarin elementen uit de vijf presentaties terugkomen. Reitsma hoopt dat voorgangers en musici na afloop met andere ogen naar hun liturgie gaan kijken: kan het ook anders en kunnen we eens experimenteren? “Ik denk dat een basisgegeven van liturgisch vieren is dat de heilige Geest erin waait, en dat betekent per definitie dat je creativiteit blijft zoeken en je eigen grenzen oprekt, de liturgie moet de gemeente elke week inspireren. Hopelijk draagt deze dag daaraan bij.”

De dag wordt georganiseerd in samenwerking met de Nederlandse Gereformeerde Kerken (NGK). "Daar speelt een vergelijkbare thematiek”, geeft Reitsma aan. “We willen daarom graag samenwerken op dit gebied.” Anje de Heer, adviseur liturgie bij Kerkpunt, beaamt dat. Zij volgt de liturgische en kerkmuzikale praktijk binnen de NGK sinds jaar en dag. ‘Ook hier is de praktijk volop in ontwikkeling,’ zegt ze. ‘Misschien niet direct door kleinere predikantsformaties maar wel door een groeiende diversiteit. Binnen het kerkgenootschap als geheel, maar zeker ook binnen een en dezelfde gemeente.’ Hoe meer samenwerking tussen voorganger en musici hoe beter, geeft ze aan. ‘En daarvoor hebben ze allebei kennis van elkaars werkterrein nodig. Voorbeelden en inspiratie van buitenaf, zoals deze dag aanreikt, is daarbij heel stimulerend. Neem je dat mee naar huis, ga je er daar mee aan des slag, dan zal het altijd doorwerken. Dan wordt één enkele dag een blijvende inspiratiebron voor de eigen praktijk.’

Psalmen met een band

Een van de presentaties op de inspiratiedag komt uit de Amsterdamse Tituskapel, een NGK-gemeente. Ds. Wim van der Schee en Roeland Scherff presenteren ‘Psalternatief – Geneefse psalmen als lichte muziek’. Psalternatief, dat laat zien hoe je de psalmen kunt begeleiden met een band, is een project van Scherff, een jonge musicus die de verbinding zoekt tussen het klassieke kerklied en uitvoering in popmuziek. Je kunt de psalmen prima met een band spelen, vindt hij. Psalmen zijn niet de makkelijkste melodieën voor een band om te begeleiden, maar je kunt je best doen om langzaam een psalmenrepertoire op te bouwen, zegt hij in een interview met Nederlands Dagblad. “De muziek moet aansluiten bij wat er in de kerk gebeurt. Je moet voorkomen dat je muzikaal een heel eenzijdig geluid krijgt.”

Meer informatie en aanmelden op Inspiratiedag Muziek in de kerk

 lees verder
 
Diaconieën, meld ouderen aan voor een gratis vakantiemidweek

De midweek 'Ouderen in het zonnetje' is bedoeld voor (mobiele) senioren die vanwege een klein sociaal netwerk en een smalle beurs al jaren niet meer op vakantie zijn geweest. Mensen die het juist zó verdienen er eens lekker onbezorgd tussenuit te gaan en de eenzaamheid even te vergeten. Zij kunnen kosteloos genieten van een heerlijke midweek inclusief ontbijt, lunch, diner en diverse leuke activiteiten. De vakanties vinden plaats op De Flaasbloem in Chaam (Noord-Brabant), de Jagerstee in Epe (Gelderland) en het vakantiepark Zeewolde in Zeewolde (Flevoland).

Fijne week

Het worden gezellige dagen waarbij senioren onbezorgd kunnen genieten van een gevarieerd programma. Omdat de bungalows op de parken niet zijn aangepast, is het van belang dat de vakantiegasten goed ter been zijn. "Ik heb hier zo'n fijne week gehad. De begeleiders waren fantastisch, ze vlógen voor je", vertelt mevrouw Winkel (80). Ze ging eerder mee met de seniorenmidweek

Voorwaarden voor aanmelding

Om in aanmerking te komen voor de gratis ouderenmidweek gelden vijf voorwaarden:

  • Deelnemers zijn minimaal 70 jaar oud;
  • Deelnemers hebben een klein sociaal netwerk en/of een smalle beurs;
  • Deelnemers zijn in de afgelopen jaren niet op vakantie geweest;
  • Deelnemers hebben niet deelgenomen aan de eerder georganiseerde ouderenmidweken;
  • Alleen aanmeldingen met een motivatie (per persoon) worden in behandeling genomen.

De deelnemers kunnen door een diaconie, een andere maatschappelijke organisatie of door iemand uit hun netwerk worden aangemeld. Dat kan tot uiterlijk 17 oktober 2025 via hetvakantiebureau.nl/ouderenmidweek.

Lees meer over de diaconale vakanties van Het vakantiebureau:

Diaconale vakanties: vakantiepret voor duizenden mensen met zorgvraag

Pijl naar rechts
 lees verder
 
SKG helpt lokale gemeenten om hun geld goed te beheren 

“De SKG verbindt de kerkelijke wereld met de bancaire wereld”, vertelt directeur Jos de Kleuver - zelf oudbankier. “Alle protestantse gemeenten hebben financiële producten nodig, zoals rekeningen of leningen. Het is niet handig als ze dat allemaal zelf met een bank moeten regelen. Ze hebben behoefte aan producten die passen bij hun situatie. Daarom is ruim vijftig jaar geleden de SKG opgericht.” 

Goedkoper en eenvoudiger 

“Gemeenten kunnen via ons een betaal- of spaarrekening openen of bijvoorbeeld een lening krijgen. Wij kunnen al die producten toespitsen op de lokale gemeente, zodat de administratie eenvoudiger is. En we kunnen ze goedkoper leveren dan een gewone bank, omdat we minder overhead hebben en geen winst hoeven te maken. Onze specialisten zijn ook een sparringpartner voor kerkrentmeesters en diaconieën, we begrijpen wat zij nodig hebben.” 

Strategische thema’s 

“De SKG werkt intensief samen met de Protestantse Kerk aan strategische thema’s. We investeren kerkgelden bijvoorbeeld in aansprekende diaconale projecten. Ook geven we samen met de landelijke kerk invulling aan duurzaamheid: niet alleen aan het vergroenen van gebouwen, maar ook aan dienstverlening en projecten rond duurzaamheid. En we kijken samen hoe we het werkzaam vermogen van de kerk goed kunnen inzetten voor lokale gemeenten en andere initiatieven. We hebben bijvoorbeeld een diaconaal deposito ontwikkeld waarmee diaconieën kunnen investeren in projecten van herkenbare partners zoals Leger des Heils en Tot Heil des Volks.” 

Zorgvuldig 

“In het Nieuwe Testament is ‘geld’ soms een beladen woord. Wij proberen heel doelbewust vermogen en missie bij elkaar te brengen. Dat doen we heel zorgvuldig. Juist in deze woelige tijden volgen we de ontwikkelingen in de markt nauwgezet, zodat we kerkgelden goed kunnen beheren.” 

Ga naar de website van SKG Geldbeheer

Dit verhaal is te lezen in het jaarverslag 2024 van de Protestantse Kerk.

 lees verder
 
Jeugddiaken Brigitte Carelse: “Ik wil de jeugd graag aangehaakt houden bij de kerk’ 

Ze kent haar gemeente van binnen en buiten: Brigitte is al lid van De Bron sinds ze er gedoopt werd. Ooit zat ze zelf als kind bij de oppas en de kindernevendienst. Nu is ze als jeugddiaken betrokken bij het jeugdwerk. “De Bron bestaat grotendeels uit ouderen, maar het is een levendige gemeente waar mensen echt naar elkaar omkijken. Zelf ben ik 27 jaar en een van de weinige twintigers. Onder ons zit een groep van vooral kinderen en jonge tieners.” 

Leerpunten 

Begin 2024 startte Brigitte als jeugddiaken. Omdat ze niet zo goed wist wat het werk inhield, volgde ze de basistraining jeugdamtsdrager van de dienstenorganisatie. “De jeugdouderling was ook net begonnen en het jeugdwerk voor de tieners moest nog grotendeels opgebouwd worden. Dit leek ons een mooie start. In drie online bijeenkomsten krijg je een goed beeld van de taken van een jeugdambtsdrager. 

Je leert ook hoe je de verbinding met de jeugd kunt zoeken. En er is ruimte om met andere cursisten in gesprek te gaan, zodat je ontdekt hoe andere kerken het aanpakken en waar zij tegenaan lopen. Voor mij was een belangrijk leerpunt dat je best veel kunt vragen van tieners, zolang je maar in verbinding blijft.” 

Bewustwording 

Samen met de jeugdouderling zoekt Brigitte naar manieren om de jongeren te betrekken bij het diaconaat. De materialen van Kerk in Actie en de dienstenorganisatie helpen daarbij. “Ik lees de nieuwsbrief van de Protestantse Kerk en volg wat Kerk in Actie aan projecten heeft. Vorig jaar hebben we bijvoorbeeld meegedaan aan de Actie VakantietasVerder lezenActie Vakantietas - stappenplan, waarbij je een tas met spullen maakt voor kinderen die niet op vakantie kunnen. Onze tieners waren daar heel enthousiast over. Je merkte dat ze zich meer realiseerden dat niet iedereen in ons land het goed heeft.” 

Challenges 

In het jeugdwerk gebruikt Brigitte ook de spellen en challenges vanuit de Protestantse Kerk. “In 2024 draaide ik voor het eerst mee met SirkelslagVerder lezenSirkelslag, dat we samen met andere jeugdgroepen doen. Dat liep heel goed, het mooie is dat jongeren uit verschillende gemeenten elkaar daardoor leren kennen. Het komende kerkelijk seizoen hoop ik dat we samen ook de de KerstchallengeVerder lezenSirkelslag, Paaschallenge en Kerstchallenge en de PaasChallenge kunnen doen, zodat je een soort rode draad door het jaar hebt.” 

Open zijn 

Ook al is het soms best zoeken, Brigitte vindt het heel leuk om deze taak op te pakken. “Ik ken de meeste jongeren al vanaf baby, daardoor heb ik echt een band met hen. Ik vind het heel belangrijk dat ze aangehaakt blijven bij de kerk, juist ook in hun tienertijd. Het mooie is dat ze best wel open durven zijn naar mij. Gisteren had ik nog een gesprek met een puber van 16. Dan merk je dat je echt een plek kunt zijn waar jongeren met hun verhaal terechtkunnen. 

Trainingen ambtsdragers

Wil jij ook een basistraining jeugdambtsdrager volgen, of ben je geïnteresseerd in een basistraining voor een van de andere ambten binnen de kerkenraad? Bekijk het overzicht van maandelijkse trainingen en meld je aan. 

Cursussen & Trainingen

 

Dit verhaal is te lezen in het jaarverslag 2024 van de Protestantse Kerk.

 lees verder
 
“Hartstocht brengt leden Protestantse Kerk bijeen” 

Volgens Trijnie Bouw, voorzitter van de generale synode van de Protestantse Kerk, bracht “hartstocht ons samen”: “Iets in ons dringt erop aan om midden op straat te gaan staan, te roepen, te klagen, niet te zwijgen. De kerk is op haar best wanneer ze hartstochtelijk is.” 

Bij de dienstenorganisatie kwamen twee groepen bijeen. De ene groep kwam naar Utrecht voor een Rode-Lijndemonstratie en de andere groep kwam voor “Gebed en oproep achter Israël en het Joodse volk te scharen, omdat het Gods geliefde volk is”. Bouw is met laatstgenoemde groep in gesprek geweest, maar de organisatie van de Rode-Lijndemonstratie wilde dat de leden van het moderamen alleen zouden luisteren. De voorzitter had de aanwezigen anders graag toegesproken. 

In de voordracht die ze had willen houden, stelt Bouw onder andere dat: “Het risico van demonstraties is dat we van elkaar kunnen vervreemden. En dat is de kerk níet op haar best. Wat zou het een wonder zijn, wanneer wij – als mensen van Christus – in staat zijn om samen ons verdriet te uiten tot God. Veelstemmig, in hartstocht en verdriet.” De volledige bijdrage is hieronder te vinden.  

De leden van het moderamen hebben kennisgenomen van de standpunten die kenbaar zijn gemaakt en bekijken hoe het gesprek over Israël en Palestina binnen de kerk het beste voortgezet kan worden. 

Download en lees de toespraak van preses ds. Trijnie Bouw (8 juli 2025)

 lees verder
 


×